Fragment 'Kom!' uit Black Mamba
Een paar uur later wordt ze weer wakker omdat ze haar naam hoort.
Ze staat op.
'Nikita!'
De stem lijkt uit de kast te komen en ze loopt er behoedzaam naartoe. Ze kijkt even om, maar het bed is leeg. Misschien is Claire in gevaar! Waarom gaat die dan ook midden in de nacht op pad?
De stem roept opnieuw. 'Nikita! Kom nou!'
Gauw trekt ze haar spijkerbroek, een trui en haar gympen aan. Het rugtasje met zaklamp en batterijen doet ze om voordat ze in de kast stapt. Claire's stem klinkt verder weg en anders.
'Waar ben je?' Ze glijdt naar beneden en schijnt angstig om zich heen. Het is doodeng om zo alleen tussen de grillige rotspilaren te staan. De enorme druipzuilen zien er dreigend uit, als reuzen die haar zwijgend doorlaten. Ze voelt hoe haar hart steeds sneller gaat kloppen en haar handen trillen.
'Kom!' De stem klinkt nu verder weg.
'Claire? Wacht nou even op mij!' Ondanks dat ze bang is loopt ze zo snel ze kan richting de rotsschilderingen. Ze kan maar aan een ding denken, er moet iets aan de hand zijn met Claire.
'Kom naar de grot met de kinderen!'
Gehoorzaam kruipt ze op haar buik door de smalle gang, haar hart bonst in haar keel en het bloed gonst in haar oren. In de lege ruimte aarzelt ze even voordat ze de grot met de skeletten binnengaat. Ze heeft een raar voorgevoel, het gevoel dat er iets niet helemaal klopt.
'Claire?'
Ze gaat naar binnen. Er is niemand. Er is alleen een flauw lichtschijnsel.
'Claire? W... waar ben je?'
Een koude wind strijkt langs haar gezicht.
Niemand antwoordt.
Ze kijkt naar boven waar het schijnsel vandaan komt. Het luik staat open, het licht van de volle maan valt spookachtig naar binnen. Huiverend vermant ze zichzelf.
'Kom op, Claire! Doe niet zo flauw!'
'Claire is er niet. Ik heb je geroepen, omdat ik je wat wil laten zien.'
Haar hart klopt bijna uit haar borstkas en haar hoofdhuid doet gewoon zeer van het kippenvel.
'Wie ben jij dan?' vraagt ze met een bibber in haar stem.
'Ik ben Farah.'
Haar knieën knikken en ze gaat zitten.
'Ik ken geen... Farah.' Ze rilt en denkt aan het project van geschiedenis.
De stem gaat verder. 'Ze hebben hun vermoord. Jij moet me helpen!'
Nikita zit te rillen, ze is nat van het zweet maar heeft het ijskoud.
'Wwie heeft ze verm... vermoord? En hoe kan ik nou helpen als... als ze toch al vermoord zijn?'
'Ze zullen terugkomen! Ze willen de totale macht. Kijk onder de potten naast de kinderen!' De stem klinkt niet alleen gebiedend maar ook wanhopig.
Haar keel is kurkdroog, ze likt langs haar lippen, kan amper spreken, is niet meer in staat helder te denken en heeft het gevoel dat ze gaat flauwvallen. 'Ik mag niets aanraken... zonder handschoenen aan,' fluistert ze hees.
Farahs antwoord galmt door de grot. 'Beloof me dat je morgen terug zult komen om onder de potten te kijken!'
Ze knikt, niet meer in staat te spreken. Trillend als een rietje begint ze richting de uitgang te kruipen.
Plotseling voelt ze een paar handen op haar schouders. Ze gilt het uit.
[...]
Wil je ook fragment 2: Mudfight lezen, klik dan » hier « !
Je reactie mailen? Leuk! Klik » hier « ;-)